Een uitdaging voor diegene die de handen uit de mouwen wilt steken, en houdt van authenticiteit.
Deze vakwerkhoeve in het mooie, landelijke Wellen heeft weliswaar nood aan een grondige renovatie onder het goedkeurend oog van monumentenzorg, maar biedt anderzijds kansen om een unieke eigendom op een ruim perceel te realiseren.
Historiek
De hoeve wordt al weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1778), daar nog als een gesloten complex. Het primitief kadaster geeft de hoeve weer als een U-vorm, het erf open naar de straat, met rechts een vrijstaand bijgebouw, links een poel. De Atlas der Buurtwegen (1840-1844) geeft een ietwat aangepast beeld: het vrijstaande gebouw rechts staat via een kleine constructie in verbinding met het hoofdvolume.
Beschrijving
Het betreft een L-vormig complex met woonhuis dwars op de straat en achteraan links aansluitende stallingen. De gebouwen bleven grotendeels bewaard in stijl- en regelwerk met lemen en in mindere mate bakstenen vullingen, het geheel wit geschilderd boven een gepikte, gecementeerde stoel. Zadeldaken met Vlaamse pannen (in het voorste gedeelte van het woonhuis vervangen door mechanische) dekken de volumes af.
De hoevecomponenten in L-vorm boorden een erf af dat aan straatzijde is afgesloten door een bakstenen muur met centraal ijzeren hek tussen bakstenen pijlers uit het begin van de 20ste eeuw.
De tuin wordt aan straatzijde gedeeltelijk afgeboord door een dwars bij het woonhuis aansluitend, versteend dienstgebouwtje (witgekalkt boven een gepikte plint en afgedekt door een zadeldak met mechanische pannen).
Rechts van het complex strekt zich een tuin uit en een haag, voor een deel nog een oude aanplanting van gele kornoelje, die de voormalige moestuin achter het huis omhaagde.
Het smeedijzeren poorthek is rood geschilderd en bestaat uit vierkant stijl- en regelwerk, ronde onderspijltjes en spijlen en wit geschilderde lanspunten. Het wordt beschaduwd door een taxus (Taxus baccata ‘Fastigiata’) en een seringenboom.
De kopgevel-straatzijde, gedeeltelijk beschoten met kunstleien, is versteend en wit gekalkt boven een gepikte plint. Hier werden drie rechthoekige vensters ingebracht van een recenter type (tweevleugel, zonder roedeverdeling), beluikt in de stijl van de voorgevel.
De erfzijdegevel omvat van links naar rechts vier rechthoekige vensters, een dito deur en opnieuw twee vensters, vierkante zoldervensters boven de tweede, vijfde en (weliswaar wat meer naar rechts) zevende travee. De deur behield elegant oorspronkelijk houtwerk en een bovenlicht met roedeverdeling (midden-19de-eeuwse stijl)